De bodem bestaat hier uit zand. We reden over zandsporen door bossages en meer open graslanden, hier en daar met kleine of grote waterpoelen. De zon kleurde alles warm. De winter begint en de zon gaat om half zeven onder en dan mag er niet meer gereden worden. Het is dan ook binnen de kortste keren echt donker.
Het begin van onze gamedrive werd gekenmerkt door verschillende vogels in de open graslanden. Een paar Crowned Lapwings (Diadeemkieviten) roken waarschijnlijk een of ander onraad, want ze stonden op en rond een kleine grondhobbel te trappelen en rond te draaien, terwijl ze luidkeels van hun onrust blijk gaven.
Nog een lapwing: de Blacksmith. Ik was wel blij met de verklaring van Ruud Troost in zijn boek dat de namen plovers en lapwings in het Engels wat door elkaar worden gebruikt en dat in zuidelijk Afrika de lapwing (kievit) vaker plover (plevier) wordt genoemd. Eerder vond ik het woordgebruik inderdaad nogal verwarrend. Over het algemeen wordt aanvaard dat de plover de kleinere lapwing is.
Sommige kievitsoorten geven de voorkeur aan waterrijke gebieden, andere juist aan droge.
Over water gesproken: eigenlijk ontdekten we de poel door de vogels, want het water is bijna geheel onzichtbaar tussen de grassen en onder de waterplanten. Maar lepelaars zijn toch wel echte waterbeesten. Afrikaanse Lepelaars zijn dit, met rode snavels en rode poten.
Vijf scharrelden hier rond in gezelschap van een Abdimsooievaar en een stuk of vier Heilige Ibissen.
Het zou de enige keer zijn dat we lepelaars zouden zien en de afstand tot de vogels was ook niet zo groot, zodat we hier ook aardige foto's van de ibissen konden nemen, ondanks het afnemende licht en de schaduw.
Niet veel verder stuitten we op een paar Lechwe langs de weg. Een van de bokken had nog maar één hoorn. Voorbij de bomenrand zagen we de hele kudde in het veld, prachtig in het warme avondlicht.
Er zijn verschillende namen voor deze antilope: Litschiewaterbok of Moerasantilope. Ze zijn vooral te vinden in waterrijke gebieden, hun hoeven zijn geschikt om in modderig en drassig gebied te lopen. Ze zijn krachtig gebouwd, de heupen hoger dan de schouders. Alleen de mannetjes hebben hoorns.
Gabriël nam ons mee naar "de hippopool". Er was zowaar ook een soort uitkijktoren, maar wij vonden het leuker om meer op ooghoogte van het water te blijven. Overal zagen we de koppen van nijlpaarden boven water komen en weer wegduiken, eerst vrij ver weg, maar langzamerhand steeds dichterbij.
Tot vlakbij het punt waar wij stonden en toen hebben we ons maar even een stukje teruggetrokken. Maar de nijlpaarden kregen het met elkaar aan de stok en daar hadden ze het veel te druk mee om zich om ons te bekommeren.
Mannetjes nijlpaarden vechten vaak met elkaar en zijn te herkennen aan de vele littekens op het lijf. Wijfjes hebben dat niet zo.
In een boom het nest van een Hamerkop.
Wow! Onze eerste ontmoeting met leeuwen. Er stonden nog een paar safari-auto's, maar de dieren lieten zich daar weinig aan gelegen liggen. Na korte tijd ging ook de achterste leeuwin verveeld liggen, maar de voorste stal toen de show door een loopje met ons te nemen en vlak voor onze auto op het pad te gaan liggen. Totdat ze daar genoeg van had en zich eveneens in de bosjes terugtrok.
Voor wie zich afvraagt wat de afstand tussen ons en de leeuw op zo'n moment is: niet veel:
Hierna moesten we toch echt snel gaan rijden om op tijd terug in het kamp te zijn. De douche was al klaar voor ons en beviel prima. De avond werd afgesloten rond het kampvuur en met een heerlijke maaltijd o.l.v. Kapapa.
Morgenochtend vroeg opstaan voor onze eerste ochtend gamedrive: http://renrbotswana.blogspot.fr/2015/07/woensdagochtend-6-mei-game-drive-in.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten