Gabriël wilde vanmorgen een eind langs de Chobe river rijden, Kapapa vergezelde ons dit keer. Om half acht waren we al bij de rivier en gedurende de uren dat we onderweg waren hebben we zoveel gezien, dat ik me in dit eerste blog zal beperken tot de vogels.
De Lilac-Breasted Roller, de verschillende Hornbills, fazantjes en parelhoenders voeren onze lijst van meest gespotte vogels aan, in ieder geval tijdens onze kampeersafari. Ze zijn dan ook alom tegenwoordig. Maar de African Fish Eagle (Haliaeetus vocifer) zou niet misstaan in dit rijtje, zo dikwijls hebben we deze Zeearenden gezien. De Nederlandse naam vind ik een beetje vreemd, omdat er in deze biotopen geen sprake van zee is, maar van zoet water. Mijn neiging om te spreken van een visarend is echter niet juist, want die aanduiding hoort bij de Osprey (Pandion haliaetus).
De tweede vogel kwam juist aanvliegen, werd luidkeels begroet door de eerste en zo was het paar compleet. Bij aanvang van de roep strekt de Fish Eagle de hals in een wat vreemde kromming naar voren; de foto onder is genomen op het eind van de schreeuw.
Het paartje zat op ruime afstand op de oever voor ons. Aan de andere kant van het water (dat is dus Namibië!) zat een Fish Eagle met de catch of the day, een heerlijke verse vis.
In een boom niet ver van de zeearenden stonden twee mariboe's op hoge poten op het hoogste punt van de kale takken.
We konden de zeearenden tot dichtbij naderen. Ze keken vooral eendrachtig over de rivier en de vlakte van de Caprivistrook uit, maar verzuimden niet om de omgeving 360 graden rond te verkennen.
Een jonge Fish Eagle vloog over het land en het was onze indruk dat deze de oorzaak was van de onrust onder de watervogels, vooral de White-faced ducks die in grote getale aanwezig waren.
Maar een Zeearend jaagt toch vooral op vis en ook wel kikkers, kleine krokodillen en knaagdieren. Vormt hij ook een bedreiging voor eenden en ganzen?
Maar er waren nog meer roofvogels actief, o.a. deze valk. Misschien was deze veel meer de oorzaak van de onrust onder de eenden.
Tussen het gebladerte van een boom voelde een roodsnavel fazantje (Red-billed Spurfowl) zich blijkbaar veilig. Een Crested Francolin deed het kalm aan op het zandpad, maar de parelhoenders spoedden zich opgewonden de bosjes in bij onze nadering.
Rechts van ons weerspiegelde de rivier de wolkenhemel. Aan de overzijde strekte de Caprivistrip zich voor ons uit.
Bij de waterrand zochten Jacana's, verschillende reigersoorten, ibissen en plevieren hun kostje bij elkaar, broederlijk vergezeld door de nijlganzen zonder zich te storen aan de zeearend (weer een andere), die aan de waterrand zat.
Blacksmith Lapwings.
Little Egret, is iets groter dan de koereiger, heeft een zwart-grijze snavel en zwarte poten met gele tenen. In gezelschap van een Glossy Ibis, die we elders nog een keer tegenkwamen. Ook de Heilige Ibis behoort tot de bewoners van dit gebied.
Een Slangenhalsvogel (African Darter), drogend in de ochtendzon. Daarin zijn familietrekjes met de aalscholver te herkennen.
We waren al weer een heel stukje verder langs de rivier gereden, toen we Witkruinkieviten (White-headed Plover) zagen. Zandbanken van grote rivieren zijn dan ook plaatsen waar je deze steltlopers kunt vinden. Het was een heel groepje. Net als de Lelkievit hebben ze twee gele lellen langs de snavel.
De Lelkievit (Wattled / Senegal Wattled Plover) is de grootste van de kievitsoorten. Ze leven in moerassig landschap, maar wij zagen ze op dit moment juist op de hogere, droge kant, rechts van de weg. Gele snavel waarlangs de gele lellen, afgezet met een mooi rood randje onder een witte kruin, hoge gele poten.
Hoog en droog zat deze Grijze Tok. We hebben dikwijls de Yellow-billed en vooral de Red-billed Hornbill gezien, dit is de African Grey Hornbill, De hals en kop zijn grijs, de rug lichtbruin, de borst wit. De snavel is bij het mannetje grotendeels zwart, bij het wijfje grotendeels rood met een witte vlek op de bovensnavel.
Boven een Eksterklauwier (Magpie Shrike) met zijn lange zwarte staart, onder een Gekraagde Klauwier (Souther Fiscal), die niet alleen in kleur afwijkt van de Eksterklauwier, maar ook veel kleiner is.
Grey Go-away Bird:
Ook op onze vorige lokaties hebben we wel zangvogels gezien, maar nergens zoveel als hier. Ik zou hier een dag lang vogels kunnen fotograferen, maar er is zoveel meer te beleven en Rob kreeg er nu al de kriebels van als we wat langer stilstonden voor mijn vogelfoto's. Wevers, mussen, vinkensoorten, bijeneters en een Malachite Sunbird, Bulbuls: het wriemelde, piepte en fladderde dat het een lieve lust was.
De zwarte vogel met de rode pootjes en rode snavel is een mannelijke Village Indigo - Staalvink.
Boven een Blue-Waxbill, onder de Swallow-tailed Bee-eater, in het middelste geval met een libelle als prooi.
Onder: Rattling Cisticola (denk ik...)
Long-tailed Paradise Whydah (widavink) - het prachtige mannetje en ik denk dat de bruine exemplaren wijfjes zijn van dezelfde vogel.
We stopten op een prachtige plek in de schaduw van een grote Baobab, met een weids uitzicht over de rivier en het land aan weerskanten: Botswana en Namibië.
Hier zwermden en zwenkten de supersonische Karmijnrode Bijeneters boven de rivier op jacht naar hun maaltje, fel blauw en rood oplichtend. Prachtig en fascinerend, maar maak er maar eens een behoorlijke foto van..... Voor een zeer bescheiden indruk:
.... en gelukkig rustten ze ook soms even uit. Even gestroomlijnd als ze vliegen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten