Over mij

Mijn foto
Wij zijn een echtpaar van rond de 70. We hebben gewerkt in voortgezet onderwijs en i.c.t. Gewoonlijk trekken we er in langere vakanties met de caravan op uit in Europa. Af en toe doen we iets heel anders, soms een verre reis. We zijn liefst zo vrij als een vogel, maar als het nodig of raadzaam is, reserveren we.

maandag 25 mei 2015

Wildlife conservation and awareness safari in Victoria Falls National Park - tegen stroperij

We hadden nog een heerlijke extra dag in VicFalls en de ochtend zou vanaf half zeven gevuld worden met een anti poaching safari of - beter gezegd - een Wildlife conservation and awareness safari onder leiding van een gids van de VFAPU. Deze afkorting staat voor Victoria Falls Anti Poaching Unit, een non-profit organisatie, die zich inzet voor de bescherming van de regionale natuur en wildlife, in 1999 opgericht door Charles Brightman samen met de Victoria Falls Safari Lodge. Door onze financiële en actieve deelname zouden we niet alleen een bijzondere en informatieve safari meemaken maar ook bijdragen aan de VFAPU. Het was Charles zelf die ons in het hotel ophaalde en meenam naar de oevers van de Zambezi in Victoria Falls NP.

Terwijl de picknicktafel gereed werd gemaakt voor een eenvoudig, maar heerlijk vers ontbijtje, vertelde hij al over zijn organisatie en wat we deze ochtend zouden gaan doen. Ondertussen genoten we ook van de prachtige Zambezi onder een licht floers van ochtendnevel en van de rust die er was, nu er nog geen boten en geen helicopters in de weer waren. Een paar nijlpaarden lagen stil in het water.


Aan de hand van een powerpoint presentatie gaf Charles ons veel informatie over de verschillende vormen van stroperij, methoden en de schrikbarende cijfers. Maar ook over de successen die zijn geboekt en die stuk voor stuk meehelpen aan het behoud van natuur en wildlife. Na de eerste moeilijkste jaren is er nu gelukkig samenwerking met de plaatselijke overheid en politie en met de beheerders van de Nationale Parken. De straffen zijn verzwaard en de boetes die gearresteerde stropers krijgen opgelegd, worden sinds kort niet meer alleen op de stropers zelf verhaald, maar op de hele dorpsgemeenschap waarvan ze deel uitmaken. Daarmee wordt iedereen verantwoordelijk gesteld en wordt het stropen minder aantrekkelijk.
Bij stroperij denken we gewoonlijk aan het grote wild, waarop illegaal wordt gejaagd voor trofeeën ("plezier"jacht), zoals ik in mijn eerste blogbericht beschreef of voor bijvoorbeeld ivoor of hoorns (groeiende handel vooral naar groeieconomie China en ook Japan). Dit laatste noemt men de commerciële stroperij. Maar ook het illegaal kappen van hout (bijvoorbeeld voor de leuke houten schaaltjes die toeristen op straat goedkoop worden aangeboden) of het sprokkelen van stookhout, het meenemen van zand (om stenen te bakken), stenen, planten etc. valt onder stroperij. Het verstoort het natuurlijk evenwicht in een ecosysteem waarin alle organismen, planten en dieren nauw met elkaar verweven en van elkaar afhankelijk zijn. Dit heet "environmental poaching". Het doden van dieren voor het vlees voor eigen levensonderhoud of voor doorverkoop, "subsistance poaching", wordt veel gedaan met strikken van metaaldraad. Ook dieren die niet geschikt zijn voor consumptie vinden hierin de strop en het betekent altijd een heel pijnlijke, gruwelijke dood. Het is voornamelijk op het vinden en verwijderen van deze strikken, waarop VFAPU zich richt. Armoede is een reden om te gaan stropen. Daarom ontwikkelt de organisatie ook initiatieven om de lokale bevolking te helpen en zijn er educatieprojecten. Als de bevolking weet dat hun mooie natuurparken en wildlife toeristen aantrekt, waaruit inkomsten gegenereerd kunnen worden, is men meer gemotiveerd om mee te werken aan de instandhouding van deze natuur.


Nog vol van alle informatie en beelden stapten we in de jeep om naar het gebied te rijden, waar we onze wandelsafari zouden maken. Het zou geen gewone safari zijn, maar een safari waarbij het zoeken van tekenen van stroperij het eerste doel zou zijn en het wild op de tweede plaats zou komen.
We reden door een park waar we behalve een groepje onderzoekers van de universiteit, niemand zouden tegenkomen. Dit prachtige park zouden vele toeristen met genoegen kunnen bezoeken, maar er wordt nauwelijks gebruik van gemaakt. De meeste mensen komen van andere safarigebieden naar VicFalls voor de watervallen. Een tot nog toe gemiste kans voor een schone inkomstenbron, zou ik zeggen.
Onderweg wees Charles ons op een grote modderkuil. Kuddes olifanten woelen deze bodem om, omdat ze met hun slurf de voor hen noodzakelijke mineralen ruiken die daar in de grond zitten. Dat weten de stropers ook en die hebben inmiddels de mogelijkheid gevonden om zo'n kuil met cyaankali te vergiftigen. Rond de honderd olifanten hebben daar in één keer de dood gevonden!! En daar houdt het niet mee op, het veroorzaakt een kettingreactie. Het gif wordt niet geneutraliseerd. Alle aaseters en de dieren die hen weer eten, zullen het gif binnen krijgen en het loodje leggen.
Wanneer verdachte kadavers gevonden worden, worden deze dan ook onmiddellijk gemeld om ze zo snel mogelijk te verbranden.


Niet beter wetend genoten wij van de bossen met veelal lage bomen, zoals mopane, in het vroege ochtendlicht. Maar als je hoort dat er tot voor kort nog een heel teakbos stond, kijk je er toch weer wat anders tegenaan.
De auto lieten we achter aan de rand van het gebied dat we zouden rondlopen, een stukje voorbij een plaats waar we verse voetsporen hadden gezien. Ongetwijfeld van stropers. Als we verse sporen tijdens onze voettocht zouden ontdekken, zouden we daar niet meteen op af gaan, maar zou dat gemeld worden om er vervolg aan te geven. Het was niet de bedoeling om ons direct bij een stroperij incident te betrekken en in gevaar te brengen.
Op rij bij elkaar aansluiten en letten op de signalen van onze gids. We liepen over brede en smalle olifantenpaden, met meer of minder zicht door hoge grassen met struikgewas en lage bomen, die niet zelden waren ingekapseld door termietenheuvels. Charles was heel alert en voorzichtig. In hoge grassen kan zich van alles en nog wat schuilhouden en we wilden ons niet door een leeuw of luipaard laten verrassen. Op een bepaald punt vertrouwde hij het niet: die bocht, met die boom en dat hoge gras, een ideale plek voor een eenzame buffelstier. Niet gewenst, dus omdraaien en even een ander spoor volgen.


Even verderop was een groep olifanten, nauwelijks zichtbaar tussen de begroeiïng. Te voet is het niet raadzaam om de aandacht op je te vestigen. Olifanten zien slecht, maar hebben een uitstekend gehoor en hun slurf is een gevoelig reukinstrument. Dus slopen we er omzichtig met een boog omheen, dor blad en takjes zoveel mogelijk vermijdend. Geen klikklak met de camera dus!


We kwamen bij de bron die het doel van onze wandeltocht was. Vanaf de hogere rotsen rondom de poel speurde Charles eerst de omgeving af of alles veilig was. Diepe rust overal. De weinige hoeveelheid water viel op, de poel was bijna droog. Nergens sporen van stropers. We liepen verder.




Het ecosysteem even in simpele vorm: het restant van een kill - in dit geval een buffel - de door aaseters kaalgevreten schedel; dan is het de beurt aan hyena's en aardvarkens om de kalk uit de schedel te consumeren; de uitwerpselen van een hyena zijn helemaal wit van de kalk en ook deze blijven niet voor niets liggen, maar vormen weer een bron van bestaan voor termieten - die heuvels moeten uiteindelijk ook ergens van gemaakt worden. En de termieten ......worden weer gegeten en we hebben gezien hoe verlaten termietenheuvels weer huisvesting bieden aan bijvoorbeeld mongoose en bijeneters.... Vernietig je het een, verstoor je alles. En wij zochten mee naar sporen van mensen die hun gewin daarmee doen.



Opnieuw olifanten, twee wijfjes. Ze hadden ons wel gehoord, maar achter de bosjes zouden ze ons niet zo gemakkelijk zien en we liepen aan de goede kant van de wind.


Sabelantilopen! Maar we verrasten elkaar dermate dat zij er snel vandoor gingen en ik de camera niet op tijd klaar had. Maar wat ik er mee wil zeggen: er valt hier genoeg te beleven!
Apen eten graag de vruchten van de Baobab. En we stonden hier aan de voet van zo'n prachtige boom.





Charles vestigde onze aandacht op een Leadtree en de schade die olifanten hadden aangebracht aan deze boom. Dit hadden we vaker gehoord! Het was een van de eerste dingen die we leerden van Modswai op onze wandeling op Chief's Island. De cirkel was daarmee voor ons rond op deze safaridag.

We hebben nu drie keer safarireizen gemaakt in zuidelijk Afrika, met zowel wandel- als autosafari's: in Zuid-Afrika, in Namibië en dit keer in Botswana en deze dag in Zimbabwe. We hebben soms herhalingen meegemaakt en gehoord van eerdere ervaringen en wederwaardigheden. We hebben bij iedere trip ook weer nieuwe ervaringen en informatie opgedaan. Zo langzamerhand vormt zich een totaalbeeld, waar dingen samenvallen en in elkaar passen. En dat is het waardevolle van deze opeenvolgende reizen. Maar uitgekeken zullen we nooit raken in dit werelddeel. Er valt nog zoveel te zien, te leren en te beleven. Men zegt wel eens: als je eenmaal door Afrika geraakt bent, laat het je niet meer los. Voor mij gaat dat in ieder geval op en ik hoop nog eens terug te komen in deze contreien.

Wij keerden terug bij de auto zonder op verdere sporen van stropers gestuit te zijn. Gelukkig maar. Charles zou de eerder gevonden voetsporen melden, opdat collega's de volgende dag een ander aangrenzend perceel aan een nadere check-up zou onderwerpen.


Voor het vervolg van deze tocht: http://renrbotswana.blogspot.nl/2015/05/wildlife-conservation-and-awareness_26.html

Geen opmerkingen:

Een reactie posten